Maandelijks archief: september 2013

Trap is weggewaaid (Annie M.G. Schmidt)

Standaard

Toen vader ’s morgens wakker werd,
toen riep hij: Wel verdraaid!
Kijk nou es wat er is gebeurd,
de trap is weggewaaid.

En moeder zei: Hoe moet dat nou?
Hoe komen we beneden?
De hele trap is weggewaaid,
met vijfenzestig treden.

De kinders kwamen uit hun bed
en riepen: Heerlijk zeg!
We kunnen lekker niet naar school,
want onze trap is weg.

En vader nam de telefoon
en belde naar ’t kantoor.
Zeg baas, de trap is weggewaaid,
ik kan niet komen hoor!

Maar ja, er was geen brood in huis,
geen melk, geen kaas, geen fruit;
ze konden het niet halen ook,
ze konden er niet uit.

Daar zaten ze, drie dagen lang.
Ze waren bleek en mager.
Want niemand kon naar boven toe,
geen bakker en geen slager.

Toen belde vader ’t vliegveld op
en riep: Hallo, Hallo!
Stuurt u een helikoptertje
en krijgen we ’t cadeau?

Er kwam een helikoptertje,
dat landde op het plat.
Het bracht hen naar beneden toe.
Ziezo, en dat was dat.

En moeder zei: Nu moeten wij
een nieuwe trap gaan bouwen.
Maar vader riep: Ach Bets, waarom?
We zullen ’t zo maar houwen.

En voortaan houden ze ’t maar zo.
Ze zijn nu erg tevreden.
Ze gaan per helikoptertje
omhoog en naar beneden.

En vader zegt: Nou zie je, Bets
die trappen zijn maar ouderwets!

(Bron: Ziezo/Querido)

Puberteit (Ingrid Jonker)

Standaard

Die kind in my het stil gesterf
verwaarloos, blind en onbederf

in ’n klein poel stadig weggesink
en iewers in die duisternis verdrink

toe jy onwetend soos ’n dier
nog laggend jou fiesta vier.

Jy het nie met die ru gebaar
die dood voorspel of die gevaar

maar in my slaap sien ek klein hande
en snags die wit vuur van jou tande:

Wonder ek sidderend oor en oor
Het jy die kind in my vermoor…?



Nederlandse vertaling door Gerrit Komrij:



Het kind in mij is stil gestorven
verwaarloosd, blind en onbedorven

in een kleine poel traag weggezonken
en ergens in duisternis verzonken

toen jij onwetend als een beest
Je hebt niet met dat grof gebaar
de dood voorspeld of het gevaar

maar als ik slaap zie ik kleine handen
en ’s nachts het wit vuur van je tanden:

Ik ril en één vraag brandt aldoor
Heb jij het kind in mij vermoord…?


(Bron: Ik herhaal je/Podium)

Zegt men (C. Buddingh’)

Standaard

Je moet, zegt men, een keer volwassen worden.
En bedoelt dan, waarschijnlijk, heel serieus
over God, Staat en Vaderland meemummelen,
en nooit eens roepen: ‘Krijg een dikke neus!’

Geen grapjes maken over het soort zaken
waarmee zelfs een magnaat te worstelen heeft.
Vooral, wanneer hij door een Hongkonggriepje
geveld is. En plots merkt dat hij nog leeft.

De kans bij mij is, volgens de bookmakers
van Londen: 13.000 tegen 1.
En die, zegt men, verstaan hun vak. Helaas:

ik zal dus altijd onvolwassen blijven.
En ik moet toegeven: bij elke schimmel,
denk ik nog steeds: ‘Ha, ’t paard van Sinterklaas!’

(Bron: De eerste zestig/De Bezige Bij)

Bio-industrie (Alexander Pola)

Standaard

Wij zijn geen boeren meer, wij zijn industriëlen
Wij hebben het dus reuze ver gebracht
Het heet geen fokken meer, het heet ook niet meer telen
Wij produceren fabriekmatig voor de slacht
Kalfsvlees staat op slappe poten
Bloedarmoedig in de stal
Waar het daglicht nooit zal dagen
Tot we ’t in de wagen dragen
Die die levende rollade
Naar het slachthuis rijden zal…

In zo’n Dachau voor de kippen
In zo’n Buchenwald voor ’t vee
Doen wij bio-industriëlen
Net als men daar destijds dee
Maar wij kwellen er slechts dieren
En verdienen dus geen straf
Ook al zijn dan de methodes
Bij de beesten af
Maar dat moet je maar vergeten
Smakelijk eten.

Wij fabriceren kippevlees in batterijen
Ze leggen, maar ze worden knettergek
Wij máken varkensvlees voor al uw smulpartijen
In een te nauwe kooi…ze komen nooit van plek
Biggen worden kannibalen
Vreten elkaars staarten op
Tja…had Noach kunnen weten
Hoe wij kwellen om te eten
Had hij liever ’t vee vergeten
Dan het in zijn ark gestopt.

In zo’n Dachau voor de kippen
In zo’n Buchenwald voor ’t vee
Doen wij bio-industriëlen
Net als men daar destijds dee
Maar wij kwellen er slechts dieren
En verdienen dus geen straf
Ook al zijn dan de methodes
Bij de beesten af
Maar dat moet je maar vergeten
Smakelijk eten.

(Bron: Schrijfkramp: light verse & cursiefjes/De Fontein)

Gekleurde geuren (Bas Rompa)

Standaard

Soms hebben geuren kleuren.
Neem bijvoorbeeld mij nou:
Na een bad ruik ik licht blauw.

Roze geurt mijn tante,
rood ruik ik als ze me zoent.
Groen hangt om geraniums,
oranje om een gepoetste schoen.

Paars snoof ik eens op
toen ik naast een opa stond.
Wie een toverbal eet ademt
gekleurde wolkjes in het rond.

Uit een doos kleurpotloden
komen ongelogen
honderd kleine regenbogen.

(Bron: Binnenste buiten/Holland)

Nieuw schooljaar, nieuwe ijver !! (J. Willems/Zr. M. Jozefa)

Standaard

school.jpg.




              De poort staat wijd open;
              het schooljaar begint !
Fluks nadert het jeugdige volkje :
              Alleen of in groepjes,
              en vrolijk gezind;
Zo licht als het blauwige wolkje !

              Op ’t speelhof gevoelen
              de kinderen zich vrij …
Wel, hoor ze toch praten, vertellen ! …
              er komen nog moeders
              met kleuterkens bij :
Die hebben er wat mee te stellen !

              Daar rinkelt de schoolbel ! …
              ’t Getater houdt op ;
De leerlingen zoeken hun rangen
              Maar boven de stilte
              huilt menige drop !
Soms hoeft er wel eentje gevangen !

              De groteren echter,
              ze stappen gezwind
De klas in voor schrijftaak en lessen.
              Dat alles weer nieuw is,
              verrukt ieder kind;
En elk heeft nu ijver voor zessen !

              Straks komen de kindren
              na schooltijd t’rug thuis
En heel het gezin moet het weten :
              Hoe alles gegaan is,
              van draadje tot pluis …
Tot moeder vermaant : ” Nu éérst eten !! “