Tagarchief: Daniel Billiet

Winterstop (Daniel Billiet)

Standaard

Werkloos dragen de palen nu een witte muts,
geen netten. Geen bal zoeft, maar wind
smasht sneeuw binnen, buiten en op alle lijnen.

Al snel maakt de vorst jonge voeten warm
voor het glijden van een baantje.
Een wilde aanloop en… molenwiekend zoeft
er weer één een ander achterna.
Aan het eind van de baan gaan ze
gewillig tegen het ijs als wenkte hen
een strafschop.
Lachend zoekt elk daar zijn benen,
haar armen en evenwicht bij elkaar.
Terug naar af om zo snel mogelijk te glijden
te vallen tot één kluwen jolijt.

Ziet Jef als hij het gordijntje opzij schuift.
Nu al dagen durft hij niet naar buiten.
Zijn vrouw brak een voet in bed
door zich van linker- op rechterzij te keren.

(Bron: Als de banaan zich kromt/Bakermat)

Wat boeken doen (Daniel Billiet)

Standaard

Ook de stoel kan niet meer
blijven zitten.

Zo woelen woorden
zich los van de zinnen, vlammen
op in mij, binden mij
vleugels aan, zingen van de wereld
in dit boek.

Mijn lezen vreet de kamer
leeg. Nu duurt geen ogenblik
maar uren avonturen.

Het raam barst open
en voert mij, ontvoert mij
naar de hele wereld buiten
in mijn boek.

(Bron: Moenie worry nie/Averbode)

Jarig (Daniel Billiet)

Standaard

In bed voor je jarig bent
wikkel je al met veel plezier
de dag van morgen uit het papier.

Vrienden juichen: hiep hiep hoera!
Je proeft al in je hoofd de snoep,
de wafels, de zoenen, het boek.

Bijna ingeslapen droomt je voetbal
al van het doel, van het doelpunt
van jouw voet. Morgen ben je kampioen.

De slaap spant een strik met sterren
rond de doos van de nacht.
Je feest houdt voor jou de wacht.

(Bron: Op de vlucht voor een landkaartje/Infodok)

Veel trek (Daniel Billiet)

Standaard

Als ik geen trek heb in mijn bed
stelt ma een wedstrijd voor:
om het eerst naar mijn kamer.
Als ik win, stopt ze me heerlijk in.

Ik win altijd. Laatst hoorde ik pa
ma vragen: “Om het eerst naar de kamer?
Als je wint, stop ik je heerlijk in.”

Dat instoppen bleef maar duren.
En het was pas acht uur! Pa gevraagd
wie er won. Terwijl hij naar ma keek
zei hij lachend: “Wij!”

(Bron: Op de vlucht voor een landkaartje/Infodok)

Vaders (Daniel Billiet)

Standaard

Gemaakt om heerlijk dichtbij te zitten
zwijgen. Ze kunnen stralen
als je iets fijns hebt gedaan.
Maar zichzelf in woorden vertalen,
lukt niet zo best.
Hebben ze slecht opgelet op school?

Vaders houden vast wedstrijden
met andere vaders: wie spreekt het minst
met kinderen? Mijn vader wint
altijd.

Als ik hem nu eens taalles geef?
Elke avond zegt hij me na:
was het leuk vandaag?
Gaan we zaterdag zwemmen?
Wanneer fietsen we weer samen?

Als hij dan goed studeert,
mag hij wat langer opblijven
met mij? Heerlijk dicht bij mij
samen zwijgen.

(Bron: Alleen aan zee is de kust veilig/Bakermat)

Op het pleintje (Daniel Billiet)

Standaard

Een meisje in schooluniform stript
een banaan. Ze reikt de blote vrucht
aan een bebrilde jongen.

Hij bloost en neemt snel zo’n hapje
dat het meisje zijn beugel niet ziet
blikkeren in de zon. Hoopt hij.

Samen knipperen ze apart tegen de zon
op de rugleuning van een bank.

Nooit wordt bekend
wie het gelukkigst
zich bloot
heeft gegeven: de banaan, de bank,
de zon, de jongen en het meisje of ik?

(bron: Moenie Worry Nie, Gedichten 1997-1999/Averbode)