Tagarchief: Toon Tellegen

Zal ik weggaan? (Toon Tellegen)

Standaard

Zal ik weggaan?
Zal ik verdrietig worden en weggaan?
Zal ik het leven eindelijk eens onbelangrijk vinden,
mijn schouders ophalen
en weggaan?
Zal ik de wereld neerzetten (of aan iemand anders geven), denken:
zo is het genoeg,
en weggaan?
Zal ik een deur zoeken,
en als er geen deur is: zal ik een deur maken,
hem voorzichtig opendoen
en weggaan- met kleine zachtmoedige passen?
Of zal ik blijven?

Zal ik blijven?

(Bron: Alleen liefde/Querido)

Er staat een taart in een etalage (Toon Tellegen)

Standaard

Er staat een taart in een etalage,
een grote witte taart.
Wat moet ik doen?

Ik moet aan geld komen,
ik moet een steen door dat raam gooien,
ik moet jarig zijn,
ik moet zorgen dat die juffrouw binnen,
die met die rode lippen,
verliefd wordt op mij –

ik doe mijn ogen dicht,
druk mijn neus tegen het glas,
prevel:
taart, grote witte taart, vlieg ongeschonden door dit raam…

of moet ik zelf bakker worden, banketbakker d’excellence?

(Bron: Gedichten 1977-1999/Querido)

Een brief (Toon Tellegen)

Standaard

Ik heb ijskoude vingers.
(Maar ze trillen niet. Dat nooit!)
Ik schrijf een ijskoude brief,
een brief zó koud dat de lucht rondom de brief
bevriest.
Ik sta voortdurend op
om elders adem te halen.
Alles wat ik schrijf is waar.

Halverwege de brief schrijf ik plotseling,
na een lange, ijskoude opsomming:
‘En toch…’

Waardoor de brief ontdooit
en ongelezen wegstroomt
naar zee.

(Bron: Minuscule oorlogen, niet met het blote oog zichtbaar/Querido)

Verdrietig kind, verdrietig gedicht (Toon Tellegen)

Standaard

Verdrietig kind,
verdrietig gedicht

Ik ben de herfst.
Ik ben de regen.
Ik ben de storm.

Zoek mij maar op,
ik sta in alle gedichten.

Houd mij maar vast,
ik heb het koud en ik ben moe,
en nog zoveel bladeren aan de bomen,
nog zoveel bladeren overal.

(Bron: Daar zijn geen woorden voor/Muntinga)

Weet je wat (Toon Tellegen)

Standaard

Weet je wat, dacht een man
ik ga medelijden hebben met mijzelf,
een medelijden zo groot als een steen,
als een rots, als een wolkenkrabber!
En als ik eenmaal zoveel medelijden heb met mijzelf
dan ga ik mijzelf troosten.

Hij wreef zich in zijn handen,
floot een liedje,
liep door zijn kamer heen en weer.
De zon scheen door de ramen.
Dat ga ik doen, dacht hij,
en hij ging zitten
en boog zijn hoofd.

(Bron: Over liefde en over niets anders/Querido)

Boosheid (Toon Tellegen)

Standaard

Boosheid is een stof.
Is een stof, is een stof.
Boosheid is een stof, is een stof, is een millimeter
stof,
is een vingerhoedje stof,
is een kruimeltje, een krabbeltje, een krekeltje
van stof,
is een stof, is een stof,
is een krasje, is een stof, is een sprankje, is een stof,
is een kreukelige kronkelige kriebelige stof,
is een stof, is een stof.
Boosheid is een stof, is een stof,
is een stofje
en is weg.

(bron: Gedichten 1977-1999/Querido)

Waarom schrijf ik? (Toon Tellegen)

Standaard

Ik schrijf omdat ik wil schrijven
dat ik gelukkig ben.

Op een dag zal het zover zijn
en zal ik schrijven –
met mijn tong tussen het puntje van mijn tanden,
en met rode oren en rode wangen:
ik ben gelukkig

Als ik daaraan ooit nog twijfel
en meen dat ik verdrietig ben of de wanhoop nabij
of zelfs reddeloos verloren,
dan kan ik altijd opzoeken wat ik werkelijk ben:
gelukkig.

(bron: Gewone Gedichten/Querido)