Tagarchief: André Sollie

Stil (André Sollie)

Standaard

download

 

Ik weet ook zonder woorden
– een glimlach en een blik –
wat jij bedoelt.

Met honderd mensen om ons heen
zijn we toch helemaal alleen.
wij. jij en ik.

Hoe zal ik je vertellen
hoeveel ik van je hou.
En hoe het voelt.

Het is alsof ik op je lijk.
Zelfs als ik in de spiegel kijk
dan zie ik jou.

(Bron: Altijd heb ik wat te vieren/Querido. Opgenomen in: Zoen me tot ik spin, gedichten over de liefde. Illustratie Wolf Erlbruch/Querido)

Zeg maar niks (André Sollie)

Standaard

Uitgerekend plompweg middenin m’n puberteit
vindt m’n vader het zonodig op zijn beurt de hoogste tijd
voor z’n eigen exclusieve midlife-crisis.
Zeg maar niks: ik weet meteen dat het niks fraais is.

Jongen, zegt ie, paps wordt spoedig veertig, wist je dat?
Ondertussen heb ik dus m’n beste tijd zowat gehad.
Jij bent jong, jij hebt de jeugd, jij moet het maken.
Kijk, van zulke conversaties ga ik braken.

Mams is jaren jonger, dus die voelt dat nog niet zo;
zegt ie: nee, voor haar is elke nieuwe dag al een cadeau.
Maar je vader voelt zich o, zo overbodig.
Stiekem denk ik: kouwe drukte, is dat nodig?

Nooit kan ik bij hem m’n eigen puberleed eens kwijt,
want m’n pa is immers ook op zoek naar zijn identiteit.
Wil ik af en toe een lekker potje huilen,
gaat ie prompt ook zitten grienen! Wie wil ruilen?

Ach, ‘k bedoel het heus niet zo onaardig als het klinkt:
de ellende is natuurlijk dat ie ook wat vaker drinkt.
En dan vind ik het zo’n zielepoot bijwijlen,
ook al valt er echt geen land mee te bezeilen.

Lusteloos, onzeker en kompleet in de puree;
hé, verdomme, dat herken ik! Heb ik ook. Naar moijn idee
zijn m’n pa en ik al even grote sukkels.
Het verschil zit ‘m alleen maar in de pukkels.

(Bron: Zeg maar niks, Gedichten/Houtekiet)

Gepest (André Sollie)

Standaard

Tegen ’t raam van de veranda
met mijn neus, mijn wangen nat.
Wéér gepest op school. Eerst Johan,
dan de hele klas zowat.

Ik was boos, wat zeg ik, woedend!
Maar ik zei niks. Kon ik maar!
En weer thuis, toen dacht ik stiekem:
Kreng! En pestkop! Leugenaar!

Ik kijk zomaar wat de tuin in.
Kouwe biefstuk op mijn bord.
Ja, hier sta ik dan, zo droevig,
dat het bijna prettig wordt.

(bron: Soms, dan heb ik flink de pest in/Houtekiet)

Wolkjes (André Sollie)

Standaard

Seks en vrijen en die dingen,
bloot en zo, en zoenen ook;
doen alsof j’er iets van afweet,
wolkjes sigaretterook…

Als je ouders maar wat zeiden!
Wil je echt wel dat ze ’t doen?
Dat je pa zegt : Hoor eens, jongen,
seks is heus meer dan een zoen.

Of je moeder, heel voorzichtig,
over baby’s enzomeer…
Nee, ach laat maar, ach tenslotte
weet je’t wel, zo ongeveer.

(bron: Soms, dan heb ik flink de pest in/Houtekiet)

Verliefd (André Sollie)

Standaard

‘k Had gedacht dat ik… hoe heet dat?
Dat het me wat meer zou doen.
Dat ik nachten niet zou slapen
na die allereerste zoen.

En mijn hoofd niet naar studeren,
niet meer eten ook, afijn:
louter leven van de liefde,
rozegeur en maneschijn.

Maar ik voel echt niks bijzonders,
beide voeten op de grond.
’t Zal vast reuze abnormaal zijn,
‘k ben misschien niet eens gezond!

’t Zou natuurlijk ook nog kunnen
– daarop houden we ’t dan maar –
dat dat meisje wel op mij viel
en ik (sorry) niet op haar.

(bron: Soms, dan heb ik flink de pest in/Houtekiet)

Hallo (André Sollie)

Standaard

Ja, hallo, hallo? Ben jij het?
0, wat goed dat ik je tref.
Ik bel zomaar, niks biezonders;
Wat? 0 ja, ik ben het: Stef.

Weet je, soms gaan veertien dagen
snel voorbij, dan vliegt de tijd.
Maar als ik eraan ga denken,
duurt het wel een eeuwigheid.

Als je me straks op komt halen,
gaan we dan weer fijn op stap?
Naar het park, de eenden voeren?
Goed, 0.K.! Tot zo, dag pap!